vrijdag 29 juni 2012

Op naar de eerste hulp

De telefoon rinkelde. Met enkele gespannen zenuwen gleed mijn vinger over het touchscreen om op te nemen. Inderdaad, de huisarts.
"Ben je nu alleen?" vroeg ze. Ja, dat was ik, en ik ging er bij zitten. Ze vertelde me dat ze de uitslagen van het bloedonderzoek binnen had. "Die hebben het vermoeden van vanochtend bevestigd. Je had gelijk, je hebt nu zulke hoge suikerwaardes in je bloed dat het eigenlijk wel zeker is: je hebt diabetes, type 1."
De tranen beginnen over mijn wangen te vallen terwijl ze verder vertelt. Ze begint me uit te leggen wat het ongeveer inhoudt. "Doe nu eerst rustig aan, laat het allemaal even bezinken. Bel straks iemand op, bijvoorbeeld je moeder, die met je mee kan gaan naar het ziekenhuis. Waarschijnlijk moet je daar een paar nachten blijven." Kan ik niet pas volgende week naar het ziekenhuis? Ik moet werken dit weekend, en ik loop er toch al een half jaar mee! "Het is met zulke bloedwaardes onverantwoord om niet te gaan, je hebt een waarde van 30 terwijl dat tussen de vier en de zeven zou moeten zijn. Bereid je maar voor dat er een aantal dingen gaan veranderen de komende tijd, je zult moeten gaan letten op je eten, je zult waarschijnlijk vier keer per dag moeten gaan spuiten," (grote snik) "maar bovenal moet je verantwoordelijkheid nemen voor jezelf." Met alle geduld van de wereld en ontzettend vriendelijk legt ze me nog een aantal dingen uit, en vooral dat ik het allereerst maar over me heen moet laten komen, want ik zal een stortvloed aan informatie krijgen de komende dagen. Verder zal zij bellen met de eerste hulp van het ziekenhuis, zodat ze me daar verwachten. Dan hangen we op.
Omdat ik alleen thuis dacht te zijn, stond ik mezelf toe om het even uit te brullen. Toch kwam er algauw een huisgenootje, dat ik niet zo goed kende, aanrennen. Zij was waarschijnlijk nog meer in shock dan ik, en dus kalmeerde ik snel en legde haar kort uit wat er aan de hand was. Daarna begon ik te bellen met de belangrijkste personen: mijn moeder, mijn broertje en mijn beste vriendin. Mijn vader was op cursus en dus onbereikbaar. Ze zouden er allemaal zo snel mogelijk aankomen om bij me te zijn in het ziekenhuis.
Mijn broertje haalde me op. Het duurde best wel even voordat hij er was en ik was heel blij eindelijk iemand te zien. Voor het ziekenhuis pakte ik een flinke tas in: kleding, een badjas, douchespullen en een laptop met films. We gingen naar het Kennemer Gasthuis in Haarlem en op de parkeerplaats vond ik ook mijn geschrokken moeder en mijn vriendin. Terwijl we liepen naar de ingang rookte ik mijn laatste sigaret, omdat ik al gelezen had dat roken en diabetes een zeer slechte combinatie is.
Nadat ik me gemeld had, moesten we wachten. Uiteindelijk werd ik geroepen en in eerste instantie mocht alleen mijn moeder mee. Ik moest op zo'n eerste hulp bed/plank gaan liggen, er werd weer bloed afgenomen, er werden allerlei testen gedaan, en toen moest ik aan het infuus. Het was een heel gekke ervaring, mijn eerste infuus, en ook al ben ik totaal niet bang voor naalden was het toch vreemd om zo'n slangetje mijn pols in te zien gaan. Eerst dacht ik dat ze de naald hadden laten zitten en ik mijn pols niet kon buigen, maar het bleek dat alleen een buigzaam plastic buisje bleef zitten. Zo kreeg ik een continue toevoer van zout water binnen uit zo'n grote zak dat ze aan het kapstok-achtige ding naast me hadden gehangen. Weer moesten we wachten en mijn broertje en vriendin mochten bij me komen, in het rustige kamertje waar ik lag.



Hoewel ik nog nauwelijks van de schrik bekomen was, werd het hele ziekenhuis bezoek vanaf dat moment een positieve ervaring. Er kwamen zoveel nieuwe dingen op me af, dat het eigenlijk best interessant was. Bovendien werd mijn broertje melig van verveling en begon overal aan en aan elk apparaat te frummelen, totdat hij zelfs mijn infuus wist stil te zetten! "Eh, dokter..." riep hij om de deurpost.
Het toppunt van hilariteit beleefden we toen een zuster me in het bijzijn van mijn moeder allerlei persoonlijke vragen begon te stellen, die ik maar al te eerlijk antwoordde natuurlijk. Mijn broertje Rob en vriendin Sas konden hun lachen moeilijk inhouden... Toen de zuster later weer weg was, volgde er een belangrijke foto-shoot voor facebook en pas heel laat werd ik opgehaald door een groot comfortabel bed, waar ik op mocht gaan liggen en mee door het hele ziekenhuis werd gerold, naar de Medium Care, waar dan eindelijk de insuline aan mijn infuus werd gekoppeld en ik mijn eerste nacht als officiële diabeet mocht gaan beleven... 

donderdag 21 juni 2012

De symptomen

Wanneer het allemaal precies begonnen is, weet ik niet, maar zo halverwege 2011 werd ik er me bewust van dat ik toch wel heel vaak een droge mond had en veel dorst. Ik had water nog nooit zo lekker gevonden en hing eindeloos met mijn mond open onder de kraan. Ik zat er zeker niet mee, ik dacht: goed dat ik eindelijk zo veel drink, en toen ik ook nog eens begon af te vallen relateerde ik dat aan mijn waterconsumptie. Daarbij was ik begonnen met sporten en zat ik erg lekker in mijn vel. Misschien ging er wel een belletje rinkelen, want ik kan me herinneren dat ik "dorst" een keer gegoogled had, maar mijn conclusie naar aanleiding daarvan was alleen maar dat ik door een fase ging en dat het waarschijnlijk iets positiefs was.

Ik woog me zelden: alleen bij mijn moeder, omdat zij een weegschaal heeft. Dat ik eigenlijk best veel afviel had ik dus niet in de gaten, en de complimentjes over mijn platte buik maakten me vrolijk, maar meer ook niet. Ik kreeg meer trek in snoep en cola en coolbest en gaf daar ook honderduit aan toe, aangezien het toch wel kon. Vreemd, want normaal gesproken at ik vooral hartige snacks en dronk ik eerder thee.
Toen ik uiteindelijk 57 kilo woog, begon ik me licht zorgen te maken. Op dat moment zat ik ongeveer acht kilo of meer onder "mijn" gewicht, hoewel ik nog steeds een gezond BMI had. Ik had ook enkele andere klachten: onder andere dat mijn zicht was veranderd. Ik zag weer scherp en had ik mijn bril niet meer nodig, maar zag in de schemering wel een soort schaduw die bewegende dingen achtervolgde (achteraf blijken dat de suikers te zijn die op je netvlies zitten, hierdoor wordt het licht vertraagd gezien). Ook zag ik een beetje dubbel als ik vanuit mijn ooghoek naar rechts keek, wat me nogal vreemd voorkwam. Toch waren deze dingen te miniem om aan de bel voor te trekken. 
Tot op een dag halverwege november. Nietsvermoedend was ik aan het googelen op een infectie waarvoor ik behandeld was en die toch telkens terugkwam, en ik las ergens dat diabetes een oorzaak kon zijn van terugkomende kwaaltjes. Het woord "diabetes" was gehyperlinkt en toen ik er op klikte kwam ik op een pagina met de symptomen. Tot mijn schrik zag ik dat ik al maanden last had van meerdere van de benoemde zaken en nogal ongelovig besefte ik me dat ik best diabetes zou kunnen hebben. Ik belde de dokter om - nog huilend - een afspraak te maken en aan het eind van de week was ik aan de beurt. Eigenlijk bleef ik tot die tijd denken dat het waarschijnlijk toch iets anders zou zijn en ik vertelde mijn vermoeden aan slechts één vriendin.
Op donderdag 24 november 2011 kwam ik bij mijn huisarts, een vriendelijke en zorgzame vrouw. Ik vertelde haar mijn vermoeden en over de klachten, en ze sprak uit dat dat allemaal wel op één ding wees. Met spoed liet ze me een bloedonderzoek doen, "cito" schreef ze bovenaan het formulier, wat betekende dat ze 's middags de uitslag zou krijgen. Ik verwachtte niks, ik voelde me prima, niet moe, alhoewel anderen me er wel moe vonden uitzien. Op eigen houtje ging ik naar de kerk in mijn buurt waar ze bloed afnamen, ik besprak alles per telefoon met die ene vriendin, en stuurde smsjes naar mijn ouders over dat ik ze die avond "misschien iets belangrijks" moest vertellen. Verder kocht ik in de Dekamarkt een aantal puddingbroodjes en een pak sap, onder het mom van: nu kan het nog.
Iets tegen vijven rinkelde mijn telefoon, nummer onbekend, zoals de huisarts altijd belt...